Wedstrijden

Lowland Pack doet al jaren mee aan wedstrijden in Nederland als ook in het buitenland.

De mushing sport heeft een eigen vakjargon. Onderstaand enige uitleg in alfabetische volgorde over de termen die gebruikt worden in de mushing sport.

• Booties:
Hondenschoentjes, worden gedragen tijdens het lopen in bepaalde condities om te voorkomen dat er ijsafzetting optreedt tussen de tenen van de husky’s. Worden vervaardigd uit een groot aantal mogelijke stoffen, zoals fleece en Gore-Tex.

• Easy!:
Het commando dat soms gebruikt wordt om de honden te vertragen. Echter de honden luisteren hier nauwelijks naar want zij willen alleen maar doorlopen.

• Gangline:
De hoofdlijn waaraan zowel honden als slede zijn vastgehaakt.

• Gee:
Het commando om de honden naar rechts te doen bewegen.

• Go ! :
Term die gebruikt wordt om het team te doen vertrekken.

• Handler:
Een persoon die de musher bijstaat.

• Harnas:
Trektuig voor de hond, achteraan het harnas zit de tugline verbonden. Het is heel belangrijk dat het harnas de hond perfect past.

• Haw:
Het commando om de honden naar links te doen bewegen.

• Hike!:
Commando om het team te doen vertrekken(zoals Go! ), wordt ook gebruikt om de honden tijdens het lopen aan te moedigen om harder te trekken.

• Kart:
Een kar die gebruikt wordt (ipv een slee) indien er gebrek is aan sneeuw. Quads worden hier ook vaak voor gebruikt.

• Lead Dog(s):
De husky’s helemaal vooraan in het span, de leidhond(en). Meestal de meest intelligente hond(en) van het team.

• Line out:
Het commando aan de leaddogs, om de hoofdlijn strak gespannen te houden als je stil staat. Het hele team blijft zo voor de slee in formatie staan.

• Mush!:
Een ander commando dat ook wel eens gebruikt wordt om het team te laten vertrekken. ( zelfde als Go ! )

• Musher:
De persoon die het span husky’s stuurt vanaf de slee of kart.

• Neckline:
Kort lijntje (+/- 10á15 cm) waarmee de halsband van de hond verbonden is met de Gangline, zodat de hond mooi in lijn loopt.

• On By!:
Het commando om een ander team te passeren of om voorbij een of andere hindernis te gaan.

• Pedaling:
Steppen met een voet terwijl de andere voet op de slee of kart staat. Om de taak van de husky’s te verlichten.

• Runners:
De smalle houten geleiders van de slee waarmee de slee over de sneeuw glijdt. Meestal zit er hier nog een kunststof laag onder voor
bescherming en betere glijding. Aan de achterzijde van de slee steken deze runners uit, en het is daar waar de musher op staat.

• Safety Line:
Een extra veiligheidslijn van de Gangline naar de slee/kart, voor het geval er iets breekt.

• Snow Hook:
Een grote metalen haak (sneeuwanker) die in de sneeuw geplaatst wordt om gedurende een korte periode het hondenspan ter plekke stil te laten staan.

• Snub Line:
Een lijn bevestigd aan de achterzijde van de slee of kart om in noodgevallen mee vast te kunnen maken aan bv een boom, wanneer een
sneeuwanker niet voldoet of gebruikt kan worden.

• Stakeout:
Een ketting of staalkabel met afzonderlijke korte kettingen waaraan honden vastgemaakt kunnen worden.

• Swing Dogs:
De husky’s direct achter de lead dog(s).

• Team Dogs:
Alle andere honden buiten de Lead Dogs, Swing Dogs en Wheel Dogs.

• Tuglines:
De lijn waarmee het harnas van de hond verbonden is aan de gangline. De lijn waar de honden aan trekken.

• Trail:
Het te lopen parcours, het te volgen pad

• Wheel Dogs:
De 2 honden juist voor de slee of Kart. Meestal de sterkste honden van het team.